Locatie
Locatie
Clingendael
15 images
Clingendael is één van de mooiste landgoederen van Nederland. 't Prachtige landgoed tussen Den Haag en Wassenaar kent een eeuwenoude historie die duidelijk voelbaar is in de natuur en de cultuur. Het park is aangelegd in Engelse landschapsstijl met mooie gebouwen, tuinen met indrukwekkende boomgroepen en spiegelende waterpartijen. Pronkstuk van Landgoed Clingendael is de bijzondere Japanse Tuin die slechts enkele weken per jaar geopend is. Met z'n prachtige natuur, slingerende wandelpaden en grote speelweides is het landgoed een fantastische plek om aan de drukte van de stad te ontsnappen. Gedurende het hele jaar is Clingendael vrij toegankelijk. Geschiedenis Landgoed Clingendael kent een rijke historie. Het woord 'Clingendael' verwijst naar het dal tussen de duinen (clinge). In de 16e eeuw was het een buitenplaats met een boerderij. Deze werd in de eeuwen erna vervangen door een landhuis en de tuin werd vormgegeven in de destijds overheersende Franse stijl met symmetrische patronen en veel buxushagen. In die tijd werd het landhuis een centrum van kunst en cultuur in Europa. In de 19e eeuw kreeg de adellijke familie Van Brienen - die ook het huidige Hotel Des Indes liet bouwen - het landgoed in bezit. Tuinarchitect Zocher werd gevraagd de oorspronkelijke tuinarchitectuur te vervangen door de in zwang geraakte Engelse landschapsstijl. De grote vijver, de slingerpaden, de eilandjes, de verrassende loop van de sloten en de gazons met boomgroepen stammen uit die tijd. De laatste Van Brienen die op Clingendael woonde, was Marguérite Mary. Freule Daisy, zoals zij werd genoemd, woonde tot haar dood in 1939 op het landgoed. Aan haar hebben we de prachtige Japanse Tuin te danken. Familie Van Brienen verkocht het landgoed in 1954 aan de gemeente Den Haag die het openstelde voor publiek. Het landhuis werd in 1975 grondig verbouwd, waarna in 1982 het internationale kennis- en studiecentrum Instituut Clingendael zich er vestigde. Tuinarchitectuur De tuinkunst van 1818 is nog steeds zichtbaar op het landgoed. In het park bevinden zich naast de Japanse Tuin ook een Oudhollandse tuin, het Sterrenbos, een slangenmuur, een boerderij en een theeschenkerij. Overal vind je sporen van oude tijden en kom je natuur tegen die daar naadloos op aansluit. De Oudhollandse tuin met buxushagen en bloemperken is in het begin van de 20e eeuw aangelegd en geïnspireerd op de 17e-eeuwse tuinkunst. De slangenmuur diende vroeger om in de beschutte holtes perziken, abrikozen en peren te kweken, en is één van de weinige overgebleven Nederlandse exemplaren. Waar je ook loopt op Clingendael, overal kun je je voorstellen hoe de Haagse dames en heren vroeger over de paden flaneerden. Japanse Tuin De Japanse Tuin is het pronkstuk van Clingendael. Het is de enige Japanse tuin in Nederland van rond 1910, waardoor deze tuin een hoge historische waarde heeft. Het is bovendien de grootste Japanse tuin in Nederland met een oppervlakte van 6800 vierkante meter. De kwetsbare tuin bevat prachtige en zeldzame bomen en planten. Daarom is de Japanse Tuin slechts een korte periode in de lente (mei / juni) en in de herfst (oktober) geopend. Combineer je bezoek aan de Japanse tuin eens met een rondleiding door Clingendael met een gids van het Gilde. Minimaal 4, maximaal 15 personen per groep, datum en tijdstip naar keuze. Klik hier om een aanvraag te doen en kijk hier voor de actuele bezoekinformatie van de Japanse Tuin. Theeschenkerij In het voormalige logeerhuis bevindt zich tegenwoordig een theeschenkerij. Dit is een ideaal startpunt voor een wandeling of fietstocht door het prachtige natuurgebied. Voor kinderen is er een kinderkaart en speelhoek en voor honden staat het water klaar. Bij mooi weer kun je heerlijk plaatsnemen op het pittoreske terras. Wandelen Clingendael is een echt wandelpark. De meeste paden zijn verhard en daardoor is het landgoed heel toegankelijk voor rolstoelgebruikers en kinderwagens. Op Clingendael kun je twee routes volgen van verschillende afstand. Ook loopt er een ruiterroute door het duinbos van Clingendael. Speeltuin en -weide Achter Huys Clingendael en de oud-Hollandse tuin ligt speeltuin De Gees waar kinderen heerlijk kunnen klimmen op het klimfort. Ook is er een grote speelweide waar kinderen kunnen spelen, je heerlijk kunt picknicken of gewoon rustig een boek kunt lezen. Honden Honden zijn welkom op Clingendael, maar alleen aangelijnd. Wel zijn er enkele losloopgebieden op het landgoed. Trouwreportages Trouwreportages zijn het hele jaar mogelijk op Landgoed Clingendael. In de Japanse Tuin zijn bruiloftsfoto's alleen mogelijk gedurende de openstelling van de tuin. Er is geen aparte toestemming nodig voor het maken van trouwfoto's in de Japanse Tuin. Clingendael in de tweede wereldoorlog Rijkscommissaris dr. Arthur Seyss-Inquart woonde met zijn gezin op Clingendael waar nu Instituut Clingendael is gevestigd. De Commandobunker van Seyss-Inquart (sinds 1945 de Julianabunker en sinds 2015 Rijksmonument) staat leeg. Defensie heeft de commandobunker operationeel verlaten en overgedragen aan het Rijksvastgoedbedrijf. De bunker (links van de Van Brienenlaan) zul je niet snel herkennen, deze was geheel gecamoufleerd als boerderijgebouw, met bakstenen muren (deels echt en deels geschilderd) en een hoogopgaand met pannen gedekt zadeldak. Twee kolommen op het dak wekken de indruk schoorstenen te zijn maar waren in werkelijkheid opstellingen voor 2 cm Flak. De Commandobunker Seyss-Inquart is gebouwd door de civiele organisatie “Abteilung Siedlung und Bauten” die onder leiding stond van Walter Münster, de zwager van Arthur Seyss Inquart. Het bijzondere aan deze Commandobunker is dat hij speciaal is ontworpen voor de veiligheid van de hoogste burgerlijke machthebber van het Duitse bestuur Seyss-Inquart, het Rijkscommissariaat en de Regimentskommandant. Het was daarmee een belangrijk onderdeel van het bestuurlijke centrum van de bezettingsmacht in Nederland gedurende de Tweede Wereldoorlog.
Clingendael is één van de mooiste landgoederen van Nederland. 't Prachtige landgoed tussen Den Haag en Wassenaar kent een eeuwenoude historie die duidelijk voelbaar is in de natuur en de cultuur. Het park is aangelegd in Engelse landschapsstijl met mooie gebouwen, tuinen met indrukwekkende boomgroepen en spiegelende waterpartijen. Pronkstuk van Landgoed Clingendael is de bijzondere Japanse Tuin die slechts enkele weken per jaar geopend is. Met z'n prachtige natuur, slingerende wandelpaden en grote speelweides is het landgoed een fantastische plek om aan de drukte van de stad te ontsnappen. Gedurende het hele jaar is Clingendael vrij toegankelijk. Geschiedenis Landgoed Clingendael kent een rijke historie. Het woord 'Clingendael' verwijst naar het dal tussen de duinen (clinge). In de 16e eeuw was het een buitenplaats met een boerderij. Deze werd in de eeuwen erna vervangen door een landhuis en de tuin werd vormgegeven in de destijds overheersende Franse stijl met symmetrische patronen en veel buxushagen. In die tijd werd het landhuis een centrum van kunst en cultuur in Europa. In de 19e eeuw kreeg de adellijke familie Van Brienen - die ook het huidige Hotel Des Indes liet bouwen - het landgoed in bezit. Tuinarchitect Zocher werd gevraagd de oorspronkelijke tuinarchitectuur te vervangen door de in zwang geraakte Engelse landschapsstijl. De grote vijver, de slingerpaden, de eilandjes, de verrassende loop van de sloten en de gazons met boomgroepen stammen uit die tijd. De laatste Van Brienen die op Clingendael woonde, was Marguérite Mary. Freule Daisy, zoals zij werd genoemd, woonde tot haar dood in 1939 op het landgoed. Aan haar hebben we de prachtige Japanse Tuin te danken. Familie Van Brienen verkocht het landgoed in 1954 aan de gemeente Den Haag die het openstelde voor publiek. Het landhuis werd in 1975 grondig verbouwd, waarna in 1982 het internationale kennis- en studiecentrum Instituut Clingendael zich er vestigde. Tuinarchitectuur De tuinkunst van 1818 is nog steeds zichtbaar op het landgoed. In het park bevinden zich naast de Japanse Tuin ook een Oudhollandse tuin, het Sterrenbos, een slangenmuur, een boerderij en een theeschenkerij. Overal vind je sporen van oude tijden en kom je natuur tegen die daar naadloos op aansluit. De Oudhollandse tuin met buxushagen en bloemperken is in het begin van de 20e eeuw aangelegd en geïnspireerd op de 17e-eeuwse tuinkunst. De slangenmuur diende vroeger om in de beschutte holtes perziken, abrikozen en peren te kweken, en is één van de weinige overgebleven Nederlandse exemplaren. Waar je ook loopt op Clingendael, overal kun je je voorstellen hoe de Haagse dames en heren vroeger over de paden flaneerden. Japanse Tuin De Japanse Tuin is het pronkstuk van Clingendael. Het is de enige Japanse tuin in Nederland van rond 1910, waardoor deze tuin een hoge historische waarde heeft. Het is bovendien de grootste Japanse tuin in Nederland met een oppervlakte van 6800 vierkante meter. De kwetsbare tuin bevat prachtige en zeldzame bomen en planten. Daarom is de Japanse Tuin slechts een korte periode in de lente (mei / juni) en in de herfst (oktober) geopend. Combineer je bezoek aan de Japanse tuin eens met een rondleiding door Clingendael met een gids van het Gilde. Minimaal 4, maximaal 15 personen per groep, datum en tijdstip naar keuze. Klik hier om een aanvraag te doen en kijk hier voor de actuele bezoekinformatie van de Japanse Tuin. Theeschenkerij In het voormalige logeerhuis bevindt zich tegenwoordig een theeschenkerij. Dit is een ideaal startpunt voor een wandeling of fietstocht door het prachtige natuurgebied. Voor kinderen is er een kinderkaart en speelhoek en voor honden staat het water klaar. Bij mooi weer kun je heerlijk plaatsnemen op het pittoreske terras. Wandelen Clingendael is een echt wandelpark. De meeste paden zijn verhard en daardoor is het landgoed heel toegankelijk voor rolstoelgebruikers en kinderwagens. Op Clingendael kun je twee routes volgen van verschillende afstand. Ook loopt er een ruiterroute door het duinbos van Clingendael. Speeltuin en -weide Achter Huys Clingendael en de oud-Hollandse tuin ligt speeltuin De Gees waar kinderen heerlijk kunnen klimmen op het klimfort. Ook is er een grote speelweide waar kinderen kunnen spelen, je heerlijk kunt picknicken of gewoon rustig een boek kunt lezen. Honden Honden zijn welkom op Clingendael, maar alleen aangelijnd. Wel zijn er enkele losloopgebieden op het landgoed. Trouwreportages Trouwreportages zijn het hele jaar mogelijk op Landgoed Clingendael. In de Japanse Tuin zijn bruiloftsfoto's alleen mogelijk gedurende de openstelling van de tuin. Er is geen aparte toestemming nodig voor het maken van trouwfoto's in de Japanse Tuin. Clingendael in de tweede wereldoorlog Rijkscommissaris dr. Arthur Seyss-Inquart woonde met zijn gezin op Clingendael waar nu Instituut Clingendael is gevestigd. De Commandobunker van Seyss-Inquart (sinds 1945 de Julianabunker en sinds 2015 Rijksmonument) staat leeg. Defensie heeft de commandobunker operationeel verlaten en overgedragen aan het Rijksvastgoedbedrijf. De bunker (links van de Van Brienenlaan) zul je niet snel herkennen, deze was geheel gecamoufleerd als boerderijgebouw, met bakstenen muren (deels echt en deels geschilderd) en een hoogopgaand met pannen gedekt zadeldak. Twee kolommen op het dak wekken de indruk schoorstenen te zijn maar waren in werkelijkheid opstellingen voor 2 cm Flak. De Commandobunker Seyss-Inquart is gebouwd door de civiele organisatie “Abteilung Siedlung und Bauten” die onder leiding stond van Walter Münster, de zwager van Arthur Seyss Inquart. Het bijzondere aan deze Commandobunker is dat hij speciaal is ontworpen voor de veiligheid van de hoogste burgerlijke machthebber van het Duitse bestuur Seyss-Inquart, het Rijkscommissariaat en de Regimentskommandant. Het was daarmee een belangrijk onderdeel van het bestuurlijke centrum van de bezettingsmacht in Nederland gedurende de Tweede Wereldoorlog. Zuiderzeemuseum
71 images
Verhalen vertellen zit in onze cultuur. Al eeuwenlang worden volksverhalen overgedragen aan de volgende generatie. Ook het Zuiderzeemuseum zit vol verhalen van vroeger en nu, die onlosmakelijk verbonden zijn met het leven rondom het voormalige Zuiderzeegebied. Dit jaar brengen we een ode aan deze verhalen met het themajaar Zee vol verhalen. Zowel in het binnen- als buitenmuseum staat dit thema centraal en kom je de verhalen op verrassende wijze tegen. Leugenbankje Verhalenbankjes Nieuw in het museum zijn de verhalenbankjes, die verspreid staan over het museumterrein. Neem plaats en luister naar verschillende passages uit het boek Eens ging de zee hier tekeer van Eva Vriend. De bankjes worden ook wel leugenbankjes genoemd. Dit is van oudsher een benaming voor een plek waar bewoners samenkwamen om het laatste nieuws en roddels uit te wisselen. In totaal zijn er 9 verhalenbankjes in het museum, vind jij ze allemaal? Vissen naar verhalen In het buitenmuseum kunnen kinderen vissen naar verhalen. Vis letters uit het water met een schepnet, en gebruik jouw vangst om namen te vormen van voorwerpen uit de omgeving. Is het jou gelukt? Dan ontvang je het boekje De verkleedkist, een voorleesverhaal vol ‘gaten’. In dit verhaal bepaal je namelijk zélf wie de hoofdrol speelt en wie er mee gaat op avontuur, honderd jaar terug in de tijd. De activiteit Vissen naar verhalen vindt plaats in weekenden en vakanties, achter het Amsterdamse Huis. Vissen naar verhalen activiteit liggend Ontmoeten bewoners van toen en nu Bezoek in het binnenmuseum de boeiende, interactieve en volledig vernieuwde, vaste tentoonstelling Zee vol verhalen. In deze tentoonstelling maak je kennis met zowel de voormalige als huidige bewoners uit de Zuiderzeeregio, die vertellen over hun dagelijks leven, werk, kleding, huizen en vrijetijdsbesteding. Over hun feesten van toen én nu. En over de eeuwige strijd tegen het water en de aanleg van de dijk die alles veranderde: de Afsluitdijk. De tentoonstelling is uitermate geschikt voor gezinnen met kinderen. Er is een speciale kinderverhaallijn die je met je eigen telefoon kan beluisteren: Berend neemt de kinderen mee terug in de tijd, naar 100 jaar geleden! Hij laat je zien hoe kinderen leefden en heeft een antwoord op al je vragen. Mijn Zuiderzee; een site vol verhalen Wil je meer verhalen lezen over het leven aan de Zuiderzee? Bezoek dan Mijn Zuiderzee, een online platform dat verhalen bundelt over de periode vóór en na de afsluiting van de Zuiderzee. Of deel jouw eigen verhaal!
Verhalen vertellen zit in onze cultuur. Al eeuwenlang worden volksverhalen overgedragen aan de volgende generatie. Ook het Zuiderzeemuseum zit vol verhalen van vroeger en nu, die onlosmakelijk verbonden zijn met het leven rondom het voormalige Zuiderzeegebied. Dit jaar brengen we een ode aan deze verhalen met het themajaar Zee vol verhalen. Zowel in het binnen- als buitenmuseum staat dit thema centraal en kom je de verhalen op verrassende wijze tegen. Leugenbankje Verhalenbankjes Nieuw in het museum zijn de verhalenbankjes, die verspreid staan over het museumterrein. Neem plaats en luister naar verschillende passages uit het boek Eens ging de zee hier tekeer van Eva Vriend. De bankjes worden ook wel leugenbankjes genoemd. Dit is van oudsher een benaming voor een plek waar bewoners samenkwamen om het laatste nieuws en roddels uit te wisselen. In totaal zijn er 9 verhalenbankjes in het museum, vind jij ze allemaal? Vissen naar verhalen In het buitenmuseum kunnen kinderen vissen naar verhalen. Vis letters uit het water met een schepnet, en gebruik jouw vangst om namen te vormen van voorwerpen uit de omgeving. Is het jou gelukt? Dan ontvang je het boekje De verkleedkist, een voorleesverhaal vol ‘gaten’. In dit verhaal bepaal je namelijk zélf wie de hoofdrol speelt en wie er mee gaat op avontuur, honderd jaar terug in de tijd. De activiteit Vissen naar verhalen vindt plaats in weekenden en vakanties, achter het Amsterdamse Huis. Vissen naar verhalen activiteit liggend Ontmoeten bewoners van toen en nu Bezoek in het binnenmuseum de boeiende, interactieve en volledig vernieuwde, vaste tentoonstelling Zee vol verhalen. In deze tentoonstelling maak je kennis met zowel de voormalige als huidige bewoners uit de Zuiderzeeregio, die vertellen over hun dagelijks leven, werk, kleding, huizen en vrijetijdsbesteding. Over hun feesten van toen én nu. En over de eeuwige strijd tegen het water en de aanleg van de dijk die alles veranderde: de Afsluitdijk. De tentoonstelling is uitermate geschikt voor gezinnen met kinderen. Er is een speciale kinderverhaallijn die je met je eigen telefoon kan beluisteren: Berend neemt de kinderen mee terug in de tijd, naar 100 jaar geleden! Hij laat je zien hoe kinderen leefden en heeft een antwoord op al je vragen. Mijn Zuiderzee; een site vol verhalen Wil je meer verhalen lezen over het leven aan de Zuiderzee? Bezoek dan Mijn Zuiderzee, een online platform dat verhalen bundelt over de periode vóór en na de afsluiting van de Zuiderzee. Of deel jouw eigen verhaal! Kasteelruïne Valkenburg
28 images
Waarschijnlijk was het Gosewijn I van Valkenburg (uit het Huis Heinsberg), die omstreeks het jaar 1075 op de Heunsberg nabij de Geul het eerste kasteel van Valkenburg bouwde. Deze fortificatie bestond uit een zware vierkante woontoren van 12 bij 18 meter. De toren was gebouwd van vuursteen en andere harde natuursteensoorten. Al in 1122 werd deze toren vernietigd door de legers van Boudewijn I van Leuven(?), op bevel van keizer Hendrik V. Op de plek van de verwoeste toren werd door Gosewijn II een nieuw kasteel gebouwd. Deze burcht had de vorm van een zware zestienhoekige toren van mergel. Deze mergel werd uit een dagbouwgroeve gewonnen. De restanten van deze groeve zijn bij vernieuwing van het entreegebouw van de ruïne bij toeval gevonden, de groeve bleek een van de oudste dagbouwgroeves voor mergelsteen in West Europa. De doorsnede van de tweede burcht was 15 meter en de muren waren twee meter dik. De burcht werd weer omringd door een palissade. Aan de voet van de burcht ontwikkelde zich een stadje, dat de naam 'Valkenburg' zou krijgen. Ook Gosewijn II kwam enkele keren in conflict met de Duitse keizer, wat in 1141 opnieuw resulteerde in de verwoesting van het kasteel en het stadje.
Waarschijnlijk was het Gosewijn I van Valkenburg (uit het Huis Heinsberg), die omstreeks het jaar 1075 op de Heunsberg nabij de Geul het eerste kasteel van Valkenburg bouwde. Deze fortificatie bestond uit een zware vierkante woontoren van 12 bij 18 meter. De toren was gebouwd van vuursteen en andere harde natuursteensoorten. Al in 1122 werd deze toren vernietigd door de legers van Boudewijn I van Leuven(?), op bevel van keizer Hendrik V. Op de plek van de verwoeste toren werd door Gosewijn II een nieuw kasteel gebouwd. Deze burcht had de vorm van een zware zestienhoekige toren van mergel. Deze mergel werd uit een dagbouwgroeve gewonnen. De restanten van deze groeve zijn bij vernieuwing van het entreegebouw van de ruïne bij toeval gevonden, de groeve bleek een van de oudste dagbouwgroeves voor mergelsteen in West Europa. De doorsnede van de tweede burcht was 15 meter en de muren waren twee meter dik. De burcht werd weer omringd door een palissade. Aan de voet van de burcht ontwikkelde zich een stadje, dat de naam 'Valkenburg' zou krijgen. Ook Gosewijn II kwam enkele keren in conflict met de Duitse keizer, wat in 1141 opnieuw resulteerde in de verwoesting van het kasteel en het stadje. Sprookjesachtige zandsculpturen Valkenburg
62 images
Stap binnen in een prachtige wereld van Zandsculpturen in Valkenburg aan de Geul en laat je betoveren door de bijzondere kunstwerken gebouwd door kunstenaars van over de hele wereld.
Stap binnen in een prachtige wereld van Zandsculpturen in Valkenburg aan de Geul en laat je betoveren door de bijzondere kunstwerken gebouwd door kunstenaars van over de hele wereld. Rottermeren
14 images
De molenviergang is gebouwd voor de bemaling van de Tweemanspolder. In 1953 kwamen de molens in bezit van de Stichting tot instandhouding van de molenviergang van de Tweemanspolder. In 1950 is het scheprad van een van de molens vervangen door een centrifugaalpomp, die echter niet voldoet. Door deze vervanging is een onbalans in de viergang ontstaan. Bij een restauratie in 2009/2010 is deze molen echter weer voorzien van een iets meer verdiept scheprad, waardoor de balans weer beter is. Voor bemaling van de polder zijn de molens in 1953 buiten bedrijf gesteld. Ze zijn wel maalvaardig en draaien tweemaal per maand, op zaterdag. Er zijn geen bezoekmogelijkheden. Op 1 juli 2008 is bekendgemaakt dat de Nederlandse overheid €472.035 subsidie verstrekt voor het uitvoeren van achterstallig onderhoud aan de vier molens. Dit bedrag is aangevuld met geld van de provincie Zuid-Holland, donateurs en sponsors. De renovatiewerkzaamheden werden in mei 2011 afgerond.
De molenviergang is gebouwd voor de bemaling van de Tweemanspolder. In 1953 kwamen de molens in bezit van de Stichting tot instandhouding van de molenviergang van de Tweemanspolder. In 1950 is het scheprad van een van de molens vervangen door een centrifugaalpomp, die echter niet voldoet. Door deze vervanging is een onbalans in de viergang ontstaan. Bij een restauratie in 2009/2010 is deze molen echter weer voorzien van een iets meer verdiept scheprad, waardoor de balans weer beter is. Voor bemaling van de polder zijn de molens in 1953 buiten bedrijf gesteld. Ze zijn wel maalvaardig en draaien tweemaal per maand, op zaterdag. Er zijn geen bezoekmogelijkheden. Op 1 juli 2008 is bekendgemaakt dat de Nederlandse overheid €472.035 subsidie verstrekt voor het uitvoeren van achterstallig onderhoud aan de vier molens. Dit bedrag is aangevuld met geld van de provincie Zuid-Holland, donateurs en sponsors. De renovatiewerkzaamheden werden in mei 2011 afgerond. Wedding Day 18-08-2018
23 images
Willfred & Claudia
Willfred & Claudia Vlinders aan de Vliet
26 images
Kleine dierentuin Vlinders aan de Vliet heeft minimaal 1500 tropische dagvlinders in huis. Aandachtspunt: De meeste vlinders vliegen wanneer er buiten opklaringen zijn. Met donker weer blijven sommige soorten stil zitten.
Kleine dierentuin Vlinders aan de Vliet heeft minimaal 1500 tropische dagvlinders in huis. Aandachtspunt: De meeste vlinders vliegen wanneer er buiten opklaringen zijn. Met donker weer blijven sommige soorten stil zitten. Louwman Museum
124 images
Het Louwman Museum herbergt 's werelds oudste privécollectie automobielen. Het museumgebouw is ontworpen door de Amerikaanse architect Michael Graves.
Het Louwman Museum herbergt 's werelds oudste privécollectie automobielen. Het museumgebouw is ontworpen door de Amerikaanse architect Michael Graves. Spoorweg Museum
116 images
Op 7 januari 1927 werd de Stichting Nederlandsch Spoorwegmuseum opgericht. De collectie werd ondergebracht in een nu verdwenen gebouw van de Nederlandse Spoorwegen in Utrecht, waar op 1 december 1928 het Nederlandsch Spoorwegmuseum officieel werd geopend. De collectie bevatte voornamelijk afbeeldingen, documentatie en spoorattributen. In 1935 verhuisde het museum naar NS-Hoofdgebouw I aan het Moreelsepark. In de jaren dertig werden de eerste initiatieven genomen tot behoud van oud spoorwegmaterieel van historisch belang. Als gevolg van de oorlogsomstandigheden ging een deel hiervan alsnog verloren. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was er in oktober 1941 geen ruimte meer voor een museum in Hoofdgebouw I. Een andere locatie werd gevonden in de oostvleugel van het Rijksmuseum te Amsterdam, waar de collectie vanaf 30 mei 1942 te bezichtigen was.[2] In september 1944 moest het Rijksmuseum sluiten. Na de oorlog werd de collectie van het Spoorwegmuseum in afwachting van het vinden van een nieuwe locatie opgeborgen op een bovenverdieping van het Amsterdamse Centraal Station. In 1951 wees F.Q. den Hollander, toenmalig president-directeur van de NS, het in 1939 gesloten Maliebaanstation in Utrecht aan als nieuwe locatie voor het museum. Na verbouwing werd het museum op 5 november 1954 officieel geopend. Er was hier veel meer ruimte om de collectie aan het publiek te tonen, en historisch materieel kon op de sporen van het voormalige station opgesteld worden. Tot 2003 was de lange rij historische stoomlocomotieven langs het eerste perron het meest in het oog springende deel van deze collectie.
Op 7 januari 1927 werd de Stichting Nederlandsch Spoorwegmuseum opgericht. De collectie werd ondergebracht in een nu verdwenen gebouw van de Nederlandse Spoorwegen in Utrecht, waar op 1 december 1928 het Nederlandsch Spoorwegmuseum officieel werd geopend. De collectie bevatte voornamelijk afbeeldingen, documentatie en spoorattributen. In 1935 verhuisde het museum naar NS-Hoofdgebouw I aan het Moreelsepark. In de jaren dertig werden de eerste initiatieven genomen tot behoud van oud spoorwegmaterieel van historisch belang. Als gevolg van de oorlogsomstandigheden ging een deel hiervan alsnog verloren. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was er in oktober 1941 geen ruimte meer voor een museum in Hoofdgebouw I. Een andere locatie werd gevonden in de oostvleugel van het Rijksmuseum te Amsterdam, waar de collectie vanaf 30 mei 1942 te bezichtigen was.[2] In september 1944 moest het Rijksmuseum sluiten. Na de oorlog werd de collectie van het Spoorwegmuseum in afwachting van het vinden van een nieuwe locatie opgeborgen op een bovenverdieping van het Amsterdamse Centraal Station. In 1951 wees F.Q. den Hollander, toenmalig president-directeur van de NS, het in 1939 gesloten Maliebaanstation in Utrecht aan als nieuwe locatie voor het museum. Na verbouwing werd het museum op 5 november 1954 officieel geopend. Er was hier veel meer ruimte om de collectie aan het publiek te tonen, en historisch materieel kon op de sporen van het voormalige station opgesteld worden. Tot 2003 was de lange rij historische stoomlocomotieven langs het eerste perron het meest in het oog springende deel van deze collectie. Kamp Vught
66 images
Historische informatie SS-kamp Kamp Vught was tijdens de Tweede Wereldoorlog het enige SS-concentratiekamp buiten nazi-Duitsland en het door nazi-Duitsland geannexeerde gebied. De SS had behoefte aan ruimte omdat de doorgangskampen in Amersfoort en Westerbork de toenemende stroom gevangenen niet meer konden verwerken. In tegenstelling tot andere ‘buitenlandse’ kampen werd kamp Vught opgezet naar het model van andere kampen in nazi-Duitsland. Het kamp viel ook rechtstreeks onder commando van het SS-hoofdkantoor in Berlijn.
Historische informatie SS-kamp Kamp Vught was tijdens de Tweede Wereldoorlog het enige SS-concentratiekamp buiten nazi-Duitsland en het door nazi-Duitsland geannexeerde gebied. De SS had behoefte aan ruimte omdat de doorgangskampen in Amersfoort en Westerbork de toenemende stroom gevangenen niet meer konden verwerken. In tegenstelling tot andere ‘buitenlandse’ kampen werd kamp Vught opgezet naar het model van andere kampen in nazi-Duitsland. Het kamp viel ook rechtstreeks onder commando van het SS-hoofdkantoor in Berlijn. Beilstein
61 images
Duitsland
Duitsland Bernkastel Kues
18 images
Duitsland
Duitsland Klotten
57 images
Duitsland
Duitsland Klotten-2
21 images
Duitsland
Duitsland
Comments