Op 7 januari 1927 werd de Stichting Nederlandsch Spoorwegmuseum opgericht. De collectie werd ondergebracht in een nu verdwenen gebouw van de Nederlandse Spoorwegen in Utrecht, waar op 1 december 1928 het Nederlandsch Spoorwegmuseum officieel werd geopend. De collectie bevatte voornamelijk afbeeldingen, documentatie en spoorattributen. In 1935 verhuisde het museum naar NS-Hoofdgebouw I aan het Moreelsepark. In de jaren dertig werden de eerste initiatieven genomen tot behoud van oud spoorwegmaterieel van historisch belang. Als gevolg van de oorlogsomstandigheden ging een deel hiervan alsnog verloren.
Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was er in oktober 1941 geen ruimte meer voor een museum in Hoofdgebouw I. Een andere locatie werd gevonden in de oostvleugel van het Rijksmuseum te Amsterdam, waar de collectie vanaf 30 mei 1942 te bezichtigen was.[2] In september 1944 moest het Rijksmuseum sluiten. Na de oorlog werd de collectie van het Spoorwegmuseum in afwachting van het vinden van een nieuwe locatie opgeborgen op een bovenverdieping van het Amsterdamse Centraal Station.
In 1951 wees F.Q. den Hollander, toenmalig president-directeur van de NS, het in 1939 gesloten Maliebaanstation in Utrecht aan als nieuwe locatie voor het museum. Na verbouwing werd het museum op 5 november 1954 officieel geopend. Er was hier veel meer ruimte om de collectie aan het publiek te tonen, en historisch materieel kon op de sporen van het voormalige station opgesteld worden. Tot 2003 was de lange rij historische stoomlocomotieven langs het eerste perron het meest in het oog springende deel van deze collectie.
Comments